Resistentie bepaling

De nieuwste generatie pangenotypische DAA zijn ook effectief bij de meeste patiënten waarbij pre-existente Resistance Associated Substitutions (RAS) aanwezig zijn. Derhalve adviseert de EASL om niet standaard HCV resistentie analyse uit te voeren voorafgaand aan behandeling met DAA (bewijslast A1).

De richtsnoer commissie heeft ervoor gekozen om  het advies van de EASL richtlijn te volgen. RAS bepalingen dienen niet standaard uitgevoerd te worden. Echter, de commissie wil een uitzondering maken in de volgende situatie:

  1. Onbehandelde genotype 3 patiënten met gecompenseerde cirrose bij wie behandeling met sofosbuvir/velpatasvir wordt overwogen.

In dit geval adviseert de commissie om een RAS bepaling voor aanvang van therapie te starten, gezien de grote prijsverschillen van de middelen bij gelijke bewijslast. Een RAS bepaling laten uitvoeren bij het virologische laboratorium van het Amsterdam UMC, het Erasmus MC of het UMC Utrecht kost 100-300 euro. Op de websites van de verschillende laboratoria kunt u vinden hoe u een bepaling door een van deze laboratoria kunt laten uitvoeren.

 

Indien de RAS bepaling niet uitgevoerd is, moet deze patiënt beschouwd worden als hebbende een RAS. Zie voor desbetreffende behandeladviezen de tabel met behandeladviezen voor HCV genotype 3 infecties. Bij patiënten die gefaald hebben op behandeling met een DAA-regime adviseren we om een RAS bepaling aan te vragen in een van de bovengenoemde centra.